Bussemaker creëert rookgordijn rond vrouwenrechten
VN-comité ontzet over negeren van afspraken
Op 10 november ondervroegen de leden van het VN-verdragscomité de Nederlandse regering in Genève over hoe Nederland het VN-Vrouwenverdrag nakomt. Delegatieleider minister Bussemaker had een hele kluif aan het spervuur van kritische vragen. Complimenten voor waar vooruitgang is geboekt, ontbraken niet. Maar er was ook veel kritiek. “De regering ontplooit allerlei initiatieven, maar laat zich niet afrekenen op resultaat. Daar gaat het juist om bij het VN-Vrouwenverdrag”, aldus Leontine Bijleveld, voorzitter Netwerk VN-Vrouwenverdrag. Het VN-comité hekelde dan ook het feit dat het emancipatiebeleid niet te toetsen is. Een greep uit de onderwerpen die ter sprake kwamen:
Nederland ondermijnt klachtprotocol Verenigde Naties
De Nederlandse regering werd zwaar op de vingers getikt voor het negeren van een CEDAW-uitspraak in de klachtprocedure van de zwangere zelfstandigen. De regering negeert het dringende advies om de zes betrokken vrouwen te compenseren voor de uitkering die ze misliepen. Zelfs een schikking is niet overwogen. De opstelling van de Nederlandse regering ondermijnt het systeem van het klachtprotocol bij het VN-verdrag. Nederland heeft zich eind jaren negentig juist erg ingezet voor de totstandkoming daarvan. Andere landen betalen wel als ze door het CEDAW-Comité in het ongelijk worden gesteld.
Geen dwingende maatregelen tekort vrouwen in politiek en wetenschap
Minister Bussemaker geeft toe dat de toename van het aandeel van vrouwen in de top veel te traag gaat. Ook in de politiek blijft het percentage te laag, bij gemeenteraden stagneert het al jaren op 25 procent. Volgens Bussemaker hebben politieke partijen een grote verantwoordelijkheid in het aantrekken van meer vrouwen. Een nieuw oriëntatieprogramma moet voor meer vrouwelijke burgemeesters gaan zorgen. “Elk ministerie toetst zijn beleid en wetgeving op effecten op positie voor vrouwen”, aldus minister Bussemaker. Op de aanbeveling van het Comité deze toetsen toegankelijk te maken voor het publiek gaf de minister geen antwoord.
Nederland onderaan wereldlijst met percentage vrouwelijke hoogleraren
De Nederlandse regering erkent dat het percentage vrouwelijke hoogleraren bedroevend is. Nederland bungelt wereldwijd onderaan, maar Bussemaker ziet geen andere rol voor zichzelf dan het subsidiëren van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren. Ze zei met de top van het bedrijfsleven aan de toename van vrouwen in Raden van Bestuur en Commissarissen te werken. Het bevreemdt CEDAW dat er geen bindende afspraken worden gemaakt. Aanvankelijk beriep Bussemaker zich vooral op de politieke realiteit: er is geen meerderheid voor quota. “Als de Nederlandse regering erkent dat meer vrouwen in de politiek, wetenschap en topposities belangrijk is, waarom dan geen harde deadlines voor verbetering gesteld”, aldus CEDAW. Uiteindelijk kondigde Bussemaker aan tot wetgeving te zullen over gaan als er geen versnelling van het aantal vrouwen aan de top tot stand komt.
Kritiek op gender neutraal beleid huiselijk geweld niet weggenomen
CEDAW-leden blijven kritisch over de gender neutrale insteek van de aanpak van huiselijk geweld. Ze complimenteerden de minister met de uitgebreide aandacht voor verschillende vormen van geweld, zoals ouderenmishandeling, partnergeweld en eer gerelateerd geweld. “Hoe kun je, echter, iets effectief bestrijden zonder duidelijke visie over de genderspecifieke oorzaken en achtergronden, zoals verschillen in macht tussen mannen en vrouwen, rolpatronen en stereotypen?”, vroeg het VN-comité zich af. Bussemaker probeerde opnieuw uit te leggen dat een gender neutraal beleid een genderspecifieke uitvoering niet in de weg hoeft te staan, maar erkende dat op dat punt nog wel verbeteringen noodzakelijk zijn.
Overheid geeft macht aan diegenen die vrouwenrechten schenden
Het CEDAW complimenteerde de Nederlandse regering dat dit het eerste land is dat huwelijkse gevangenschap strafbaar heeft gesteld. “De regering antwoordt echter niet op vragen over de handhaving van de wet en over de erkenning van echtscheidingsbeschikkingen en hulp aan vrouwen die in huwelijkse gevangenschap verkeren”, aldus Shirin Musa, directeur Femmes for freedom. Minderjarige Nederlandse meisjes die in het buitenland worden uitgehuwelijkt, worden door de Nederlandse regering niet geholpen om naar Nederland terug te keren. De overheid is van mening dat imams betrokken moeten worden in eerwraak zaken. “De overheid moet die gesprekken gebruiken om hen te wijzen op hun verantwoordelijkheid. En ervoor waken de macht van diegenen die de vrouwenrechten beperken en schenden te bestendigen”, aldus Shirin Musa.
Zorg voor transgender en intersekse personen in gevaar
De regering is onvoldoende op de hoogte van problematiek rond gezondheidszorg voor transgender en intersekse personen. Strenge protocollen dwingen personen behandelingen te ondergaan die ze niet willen of niet nodig hebben. Het gevoel heerst dat als een dergelijke behandeling wordt geweigerd, dat toegang tot verdere zorg die ze wel nodig hebben, geblokkeerd wordt.
Minister Bussemaker gaf toe dat er in Nederland problemen zijn met operaties die zonder de vrije en volledig geïnformeerde toestemming van de persoon (vaak intersekse kinderen) zelf hebben plaatsgevonden en nog steeds plaatsvinden. Uit haar antwoord bleek echter niet dat ze daar ook iets aan gaat doen. “Het is zorgwekkend dat de overheid voor een medische benadering in plaats van een mensenrechtenbenadering blijft kiezen”, Aldus Miriam van der Have van het Nederlands Netwerk Intersekse/DSD.
Rechter vaak machteloos bij hate crimes
De minister wist op meerdere vragen over problemen waar LBTI personen tegenaan lopen geen antwoord te geven. Zo is het niet duidelijk waar de lage veroordeling (10 procent) van hate crimes tegen transgender personen aan ligt. Transgender Netwerk Nederland (TNN) geeft aan dat OM en rechters klem zitten, omdat in meerdere strafwetsartikelen genderidentiteit, genderexpressie en geslachtskenmerken niet als een specifieke grond genoemd worden. “Daardoor is het heel moeilijk om te veroordelen”, aldus CB Berghouwer van TNN.
Getouwtrek om abortuspil
Verstrekking door de huisarts van de abortuspil aan vrouwen die overtijd zijn is in lijn met de wet en het VN-Vrouwenverdrag. Uitspraken van de Hoge Raad en de Raad van State bevestigen dat de overtijdbehandeling niet onder de abortuswet valt en niet in een abortuskliniek hoeft uitgevoerd te worden. Volgens Minister Bussemaker valt de overtijdbehandeling wél onder het wetboek van strafrecht. Volgens haar zijn huisartsen nu strafbaar als ze de abortuspil voorschrijven. De regering wil de hulpverlening door de huisarts onder de abortuswet brengen. Dit tot grote frustratie van Women On Waves die samen met Proefprocessenfonds Clara Wichmann, huisartsen en verloskundigen een rechtszaak tegen minister Schippers heeft aangespannen voor het belemmeren van de toegang tot abortuspillen bij de huisarts. Als de wetswijziging doorgaat kan een huisarts voor vier jaar naar de gevangenis indien hij/zij zonder vergunning de abortuspil voorschrijft aan een vrouw die overtijd is.
Illegale registratie sekswerkers door gemeenten
Tot twee keer toe vroeg het CEDAW-Comité hoe het zat met de illegale registratie waartoe verschillende gemeenten sekswerkers verplichten. Beide keren bleef Bussemaker het antwoord schuldig. Wel heeft de minister uitvoerig uitgelegd dat de wet aangaande regulering prostitutie was aangehouden door de Eerste Kamer en dat het herziene wetsvoorstel daar binnenkort behandeld wordt. De Eerste Kamer had inderdaad grote bezwaren tegen de verplichte registratie van sekswerkers. “Dat gemeenten die desondanks opleggen is regelrechte wetsontduiking. Maar dat wilde minister Bussemaker niet met zoveel woorden erkennen tegenover het CEDAW-Comité”, aldus Marjan Wijers, Human Rights consultant.
Organisaties zwarte-, migranten en vluchtelingenvrouwen onvoldoende gehoord en gesteund
CEDAW-leden vroegen naar de betrokkenheid van organisaties van zwarte-, migranten en vluchtelingenvrouwen bij het beleid en de benodigde financiering van de organisaties daarvoor. De minister verhaalde vooral over de betrokkenheid van sleutelfiguren uit de Somalische gemeenschap bij de voorlichting over vrouwelijke genitale verminking, zonder te onthullen dat dit vrijwilligerswerk is. “Met de kaalslag onder kleine, vaak lokale organisaties in diverse gemeenschappen de afgelopen jaren is veel kennis en expertise verloren gegaan. Dat staat kennelijk niet op het netvlies van de minister, want ze ontkende bezuinigingen door VWS”, aldus Petra Snelders, expert huiselijk geweld en schadelijke praktijken . CEDAW vroeg door naar de financiering van ZMV-organisaties. Bussemaker antwoordde dat iedereen subsidie kon aanvragen en er bij de huidige herstructurering van het emancipatiesubsidiebeleid zeker rekening werd gehouden met ZMV-organisaties.
Verschillen tussen Europees en Caribisch Nederland is discriminatie
De CEDAW-leden vroegen regelmatig naar het verschil in beleid in de verschillende landen en gebieden van het Koninkrijk. Wordt er net zoveel prioriteit gegeven aan het bereiken van gendergelijkheid in het Europese deel van het koninkrijk als in de Caribische landen en gebieden? Zo niet, dan is er sprake van discriminatie. De minister erkende dat er verschillen bestaan. Zo is het niveau van voorzieningen als de vrouwenopvang en de aanpak van huiselijk geweld lang nog niet zo uitgebreid als die in het Europese deel van het land. De autonome landen Aruba, Curaçao en St. Maarten hebben hun eigen verantwoordelijkheid. De vertegenwoordigers van die landen vertelden over de inhaalslag die ze aan het maken zijn op het terrein van geweld tegen vrouwen. Over de situatie op de eilanden Bonaire, Saba en Sint Eustatius (gemeentelijke status in Nederland) werd verder niet echt ingegaan.
Waakhonden VN-Vrouwenverdrag
De officiële naam van het VN-Vrouwenverdrag is Convention on the Elimination of All forms of Discrimination against Women (CEDAW). Alle landen die het verdrag hebben geratificeerd, waaronder Nederland, moeten om de vier jaar rapporteren hoe ze het verdrag implementeren en nakomen, in wetgeving en beleid. Deze rapportage wordt behandeld door het verdragscomité dat de nakoming van het verdrag controleert. De benaming van dit comité is eveneens CEDAW. Na afloop van de sessie publiceert CEDAW zijn bevindingen: Concluding Observations. In de volgende rapportage moet Nederland verantwoorden wat er met de aanbevelingen gedaan is. Het Comité kiest twee onderwerpen waarover al op termijn van twee jaar gerapporteerd moet worden.
Kritische noten bij regeringsrapport
Dit jaar rapporteerde de Nederlandse regering voor de zesde maal. Het Netwerk VN-Vrouwenverdrag is een breed samengesteld platform waarin vrouwen- en mensenrechtenorganisaties samenwerken. Het schreef namens Nederlandse ‘niet gouvernementele organisaties’ (NGO’s) een schaduwrapport met aanvullingen op en kritische noten bij het regeringsrapport. Ruim 70 Nederlandse organisaties hebben het schaduwrapport (‘Unfinished Business- Women’s Rights in The Netherlands’) ondertekend, waaronder Atria, COC Nederland, FNV, LNVH, Liberaal Vrouwen Netwerk Nederland, NVR, VHTO, WO=MEN en WOMEN Inc.
——– ——– ——— ——- ——– ——– ——– ——– ——– ——–
Noot voor de redactie
Een overzicht van alle betrokken organisaties (inclusief contactpersonen en contactgegevens) is op te vragen via Mediaplatform VIDM, Janneke van Heugten, Janneke@VIDM.nl.
Meer informatie is te vinden via:
Tweets by CEDAWnl
www.vn-vrouwenverdrag.nl
http://cedawschaduwrapportage.blogspot.nl
Het schaduwrapport met 65 verbeterpunten op gebied van vrouwenrechten in Nederland is te vinden via http://www.vn-vrouwenverdrag.nl/schaduwrapportage-2-0-naar-geneve-gestuurd/
Een overzicht van alle relevante documenten is te vinden op http://www.vn-vrouwenverdrag.nl/rapportages/zesde-rapportage-2014/