Menu Sluiten

Verslag Expertmeeting mensenhandel – VN-Vrouwenverdrag, 16 juni 2015

Verslag Expertmeeting Mensenhandel Netwerk VN-Vrouwenverdrag

16 juni 2015, Fairwork Amsterdam

Issues

Multidisciplinaire identificatieteams

  • De experts benadrukken het belang van het oprichten van een multi-disciplinair team dat verantwoordelijk wordt voor de identificatie van slachtoffers van mensenhandel. In Nederland bestaat er geen officieel proces voor identificatie. Omdat slachtoffersniet officieel worden geïdentificeerd in het geval de dader niet wordt veroordeeld, wordt hun slachtofferschap bij overheidsinstanties elke keer weer betwijfeld. Voor buitenlandse vrouwen is dit schrijnend, omdat zo de kans op gedwongen terugkeer naar het land van herkomst (want zonder identificatie als slachtoffer, niet automatisch een verblijfsvergunning) groter wordt en zodoende het risico op represailles.
  • In een multi-disciplinair team horen volgens de experts NGO’s, psychiater en politie. Er is nu een pilot om te kijken hoe zo’n team precies in elkaar moet zitten. Het moet in ieder geval een bredere basis hebben dan alleen leden van de opsporingsdienst.

Mix vreemdelingenrecht en strafrecht

  • In overheidskringen heerst het idee dat er misbruik gemaakt wordt van de procedure, men denkt dat veel mensen zeggen slachtoffer te zijn om een verblijfsvergunning te krijgen. De rapporteur heeft onderzoek gedaan naar het bestaan van deze houding bij de politie, maar hier geen bewijs voor gevonden.
  • Bij de politie bestaat er met name wantrouwen tegenover West-Afrikaanse vrouwen. Bij West-Afrikaanse vrouwen bestaat vaak het vermoeden dat er niet per se sprake is van mensenhandel, maar dat het om een verblijfsvergunning gaat. Mensenhandel zaken kosten veel capaciteit en deze groep vrouwen vertelt vaak te weinig om een goed onderzoek op poten te kunnen zetten. Maar het gaat hier om een self-fulfilling prophecy, want als je al vooraf denkt dat deze vrouwen de procedure misbruiken, dan ga je niet extra moeite steken in het vergaren van bruikbare informatie.
  • Wat zou er nodig zijn om dit aan te pakken? Het vreemdelingenrecht en strafrecht zijn gecombineerd in de B8 procedure, deze link moet worden doorbroken. Daarnaast zou het kunnen helpen om slachtofferschap op een andere manier vast te stellen.
  • Vreemdelingenpolitie en mensenhandel teams zijn samengevoegd sinds het ontstaan van de nationale politie. Dit is geen goede ontwikkeling. Vreemdelingenpolitie focust meer op de verblijfstatus en zij onthouden info aan slachtoffers over andere procedures. Aangiftes worden afgeraffeld. Er moet doorgevraagd worden ook wanneer ze bij voorbaat sceptisch zijn over de slagingskansen.

Internationale en Nederlanse trends

  • Het College van Procureurs Generaal en ook Europese verdragsverplichtingen stellen dat het belang van slachtoffers voorop moet staan. Vervolging kan soms leiden tot grotere risico’s voor de slachtoffers.
  • In internationale wetgeving zie je een verschuiving van dader geörienteerd naar slachtoffer geörienteerd beleid. Het slachtoffer is niet meer alleen een middel om dader op te pakken in internationale teksten. In Nederland zie je een omgekeerde beweging.
  • Wat betreft rapportageverplichting van de Nederlandse overheid bij internationale verdragen zoals CEDAW, merken de experts dat de regering rapporteert over de wetgeving, maar niet voldoende over hoe deze in de praktijk uitpakt. NGO’s kijken wel naar de praktijk.

Wetgeving en praktijk

  • In de vorige rapportage stond dat voor slachtoffers die geen aangifte willen doen er geen bescherming was. Inmiddels is hier wel beleid voor gecreëerd. Slachtoffers kunnen ook met een politieverklaring of medische verklaring slachtofferschap vaststellen, maar in de praktijk gebeuren er nog veel dingen die nadelig zijn voor deze groep slachtoffers.
  • Slachtoffersdie niet meewerken kunnen een verblijfsvergunning krijgen op basis van gegevens van de IND. De rapporteur heeft hier onderzoek naar gedaan en uit dit onderzoek blijkt dat er afgelopen jaren maar tien van dergelijke zaken zijn geweest, maar dit onderzoek is verricht alleen op basis van gegevens van de IND.

Detentie

  • Er zouden geen slachtoffers mensenhandel in bewaring moeten zitten, hier gaat het OM over, maar met een interdisciplinair team zou dat beter gecoördineerd kunnen worden. NGO’s hebben nu medewerkers getraind om slachtoffers van mensenhandel te herkennen in detentiecentra. Maar ook bij detentie speelt dat mensen ervan verdacht worden mensenhandel te faken om op deze manier op een betere plek gehuisvest te worden.
  • Meestal geven personen niet aan dat ze slachtoffer mensenhandel zijn. Het is lastig signalen op te pikken. Op dit moment zijn er vrijwel geen NGO’s in detentiecentra, behalve Vluchtelingenwerk. NGO’s zijn opgehouden, omdat deze activiteit heel moeilijk te financieren is en NGO’s vonden dat het systeem vanuit de overheid zou moeten verbeteren met betrekking tot identificatie. Sind de vorige rapportage is dit wel positief veranderd. Voorheen werd door de detentiesector gezegd wij zijn alleen bed-bad-brood, maar nu wordt erkend dat er ook een taak is voor detentiecentra bij het herkennen van mensenhandel. Maar hier geldt ook dat zonder opsporingsindicatie die vrouwen toch vast blijven zitten.

Internationale samenwerking

  • De internationale samenwerking verloopt nog niet heel soepel. Dit is met name lastig wanneer slachtoffers aangifte doen in Nederland terwijl ze in het buitenland uitgebuit zijn.
  • Normaal gesproken wordt je wanneer je in Spanje asiel aanvraagt terug naar Spanje gestuurd als je in Nederland weer asiel aanvraagt. Op Spanje rust dan de verplichting om voorzieningen te treffen. Deze procedure geldt niet voor slachtoffers van mensenhandel. Dat is jammer, omdat slachtoffers in het land waar ze uitgebuit zijn beter geholpen kunnen worden en de daders zo makkelijker opgespoord kunnen worden en vervolgens gestraft.
  • Wat moet Nederland internationaal verbeteren? Beter monitoren wat er gebeurt bij dossieroverdracht, behalve dossieroverdracht, zouden slachtoffers overgedragen moeten worden aan het land waar ze uitgebuit zijn, waar ze vervolgens goed opgevangen moeten worden. Er moet meer internationaal overleg gepleegd worden.
  • Meeste meldingen van mensenhandel betreffen personen die eerst uitgebuit zijn in Zuid-Europa en vervolgens in Nederland aangifte komen doen. (Voor cijfers zie rapportage van de Rapporteur).

De procedures worden heel gehaast gevoerd

  • Er zijn korpsen die willen dat de aangifte heel snel gedaan wordt en die vervolgens deze heel snel weer seponeren. Zodra een zaak in de ogen van de politie een kansloze zaak is, wordt er veel druk gezet om heel snel aangifte te doen. Dit is de ervaring van de NGO’s, maar er is een onderzoek gedaan naar niet-kansrijke aangiftes en dat onderzoek bevestigt dit punt niet.
  • Voor slachtoffers is een onafhankelijk identificatie heel belangrijk, want nu is het te veel vervlochten met opsporing. Nu wordt er voorbij gegaan aan rechten van slachtoffers.
  • Gebeurt het vaak dat het veld anders dingen ervaart dan rapporten? Er ligt een taak voor het veld om cijfers beter bij te houden. Er valt echter iets af te dingen op het onderzoek. Het nam alleen de zaken binnen de pilot in overweging, terwijl de hele sector beïnvloed werd door de pilot.
  • Wat ook afgedongen kan worden op het onderzoek is dat de politie de zaken al had voorgeselecteerd door ze aan te merken als kansarm. Terwijl de politie onbevooroordeeld hoort te zijn. Het is lastig om de politie te overtuigen dat slachtoffers echt recht hebben op bedenktijd. Politie heeft niet voldoende capaciteit om grote aantallen slachtoffers te verwerken en politie is bevooroordeeld jegens bepaalde landen.
  • Inspectie houdt zich met name bezig met slachtoffers mensenhandel in de prostitutiesector. Inspectie zegt dat ze eigenlijk maar per jaar 15 zaken kunnen oppakken. Dat is raar, want misschien zijn er veel meer slachtoffers die dan bij voorbaat niet goed geholpen kunnen worden.
  • In het verleden zaken met grote aantallen mensen, werden er maar een paar gevraagd om te getuigen en werd de rest gewoon teruggestuurd en niet erkend als slachtoffer. Nu is dat veranderd.
  • Als je capaciteit je prioriteiten bepaalt en mensen uitsluit van hun rechten is dat een serieus probleem. Zeker voor derdelanders is dit een groot probleem, omdat ze geen verblijfsvergunning hebben.
  • Aan EU-burgers wordt de B8.3 procedure niet aangeboden, omdat ze al verblijfsrecht hebben, maar zo krijgen ze ook geen voorzieningen. De B8 procedure is gebaseerd op een 2004 EU richtlijn die bedoeld is voor derdelanden. Maar er moet wel een identificatieprocedure komen voor slachtoffers mensenhandel uit Europa, zodat zij ook rechten krijgen.

Decentralisatie gemeenten

  • Er bestaan bestaan bij de experts zorgen over het functioneren van de gemeente. ‘Veilig thuis’ fungeert als voordeur en je wordt van kastje naar de muur gestuurd tussen ‘Veilig Thuis’ en opvanginstellingen. ‘Veilig Thuis’ hangt heel erg aan procedures/risico-screening die weer meer gebaseerd zijn op indicatoren van huiselijk geweld.
  • Decentralisatie gaat gepaard met bezuinigingen. De lokale instanties zijn niet bekend met deze doelgroep.

Regiobinding slachtoffers mensenhandel moet worden losgelaten

  • Slachtoffers met een status worden geplaatst in de regio waar ze het laatst bij de GBA geregistreerd zijn geweest. Als dat een gemeente is zonder opvang dan proberen mensen het in een grote stad, maar die opvangplekken krijgen geen subsidie voor opvang van personen van buiten de gemeente. Mensen moeten vaak juist niet opgevangen worden in de regio waar ze vandaan komen, want dan bestaat er groter risico op terugval.
  • Nu kun je alleen met een code rood slachtoffers verplaatsen. Er is geen kennis op het gebied risicoscreening mensenhandel.
  • Het gaat om een relatief kleine groep, als je die over het hele land verspreidt heb je te weinig expertise geconcentreerd en dan doe je de slachtoffers tekort.
  • Decentralisatie moet niet voor deze doelgroep gelden. Of er moeten duidelijke financieringsafspraken gemaakt worden door de VNG. Hier is een werkgroep voor, maar zoals gewoonlijk bij dit soort vraagstukken zal het nog wel even duren voor de VNG met een oplossing komt

Bed bad brood

  • Een groep bed-bad-brood uitgeprocedeerden is kwetsbaar voor mensenhandel, maar NGO’s die zich hiermee bezighouden hebben vaak niet heel veel verstand van mensenhandel. Er is weinig zicht op deze groep.

Knelpunt Taskforce mensenhandel

  • Vorige keer waren NGO’s niet vertegenwoordigd in de taskforce. Inmiddels is Comensha vertegenwoordigd, maar niet in de NGO-rol, maar vooral vanuit de wettelijke taak van registratie. Comensha is bovendien maar één NGO op 25 mensenhandel NGO’s in Nederland. NGO’s geloven dat de taskforce niet goed haar werk kan doen zonder de expertise van NGO’s. Hoeveel NGO’s zouden minimaal in de taskforce moeten zitten? Drie. De directeur van Comensha zit in de taskforce
  • Waarom wil de regering niet meer NGO’s in de task force? Nationale rapporteur heeft een aantal keer aangegeven dat dit zou moeten. Er worden wel allerlei andere partijen toegevoegd (Belastingdienst, KvK, gemeentes).

Concrete vraag voor in de schaduwrapportage: Is de regering bereid meer NGO’s op te nemen in de taskforce?

Tasjeskinderen

  • Slachtoffers mensenhandel krijgen wel verplichte zorgverzekering, maar hun kinderen niet. Verblijfsvergunning voor de kinderen komt pas als de moeder/vader een verblijfsvergunning heeft. Je kunt pas een zorgverzekering afsluiten met een BSN. Sommige kinderen zijn een halfjaar niet verzekerd. De kinderen krijgen wel zorg, maar de rekening komt bij de moeder terecht. Als moeders zwanger zijn van een dader dan is dit vooral lastig. Soms komen de kosten van de bevalling voor de rekening van het kind en dus de moeder.
  • Alle slachtoffers van mensenhandel zonder verblijfvergunning hebben COA, daar zit een verzekering bij waar kindere ook verzekerd bij zijn. Zowel moeder als kinderen moeten dus gelijk een pasje krijgen.
  • Als alleen de moeder een verblijfsvergunning heeft en de kinderen nog niet, dan krijgt de moeder ook geen bijstandsuitkering voor de kinderen. Dus dan zit je met kinderen onder het bestaansminimum. Moeder heeft recht op alleenstaande-ouder-uitkering, maar krijgt die dus vaak niet.

DNA

  • Als de politie een moeder met kinderen identificeert als slachtoffer, M55 formulierwaar kinderen op geregistreerd worden. Dit gaat vaak niet goed want ze hebben geen formulieren. In extreme gevallen een DNA-test op eigen kosten van 900 euro.
  • De regeltjes nemen niet het menselijke stuk mee. Het regeltje is dat je als moeder eerst een verblijfspasje moet hebben. In het verleden was dit niet zo. Vroeger kregen kinderen meteen verblijfsvergunning B8. Maar dit is waarschijnlijk ook weer met oog op het misbruikargument veranderd. De beslissing op de B8 moet 24 uur duren, maar aanvraag van verblijfsvergunning kan 6 maanden duren.
  • Bij een sepot duurt het verkrijgen van het pasje ook langer. Soms wordt er gezegd dat je geen recht hebt op het pasje.

AZC

  • Er bestaat een knelpunt m.b.t. slachtoffers mensenhandel die de asielprocedure in zijn gegaan. Je kunt via een asielprocedure of via de reguliere procedure Nederland binnenkomen. Mensenhandel is een reguliere procedure. Dit gaat niet samen. Als je tijdens de asielprocedure wordt geïdentificeerd als mensenhandelslachtoffer zegt de IND dat je geen recht hebt op bedenktijd, omdat je al voorzieningen hebt in AZC. Maar de bedenktijd is niet voor de voorzieningen, maar om rustig te reflecteren op de aangifte.
  • Zonder bedenktijd kan iemand niet in de COSM geplaatst worden. In het verleden ging je automatisch over van asielprocedure naar mensenhandelprocedure, maar nu hanteert de IND de richtlijnen strenger. Deze stellen dat de procedures niet naast elkaar mogen lopen, dus dan moet een client bewust zeggen dat ze in de B8 procedure wil.
  • Mensenhandel slachtoffers kiezen nu allemaal voor asiel omdat ze dan vijf jaar een vergunning krijgen, maar ze krijgen niet de benodigde zorg. De geforceerde splitsing tussen asiel en mensenhandel is ten nadele van slachtoffers mensenhandel
  • Praktijk, soms kiezen mensen voor een procedure met minder kans van slagen op basis van de opvangmogelijkheden.

Overig

  • Vrouwen zijn nu de grootste groep, maar dit ligt aan de manier van slachtoffers opsporen . Arbeidsinspectie moet beter getraind worden. Heeft dubbele pet op, zowel controleren op illegalen en slachtoffers mensenhandel/uitbuiting.
  • Door nationale politie valt mensenhandel nu onder vreemdelingenpolitie en dit is geen logische plek.
  • Het restrictieve migratiebeleid en mensenhandelbeleid bijt elkaar.