Menu Sluiten

Vierde rapportagecyclus 2005-2007

Op deze pagina vindt u een chronologisch overzicht (oudste berichten onderaan) van de indiening van de vierde Nederlandse voortgangsrapportage, de commentaren daarop en de behandeling ervan door het CEDAW. En de follow-up in Nederland.

november 2007 | Tweede Kamer | Notaoverleg over de Emancipatienota 2008-2011

  • hspace=0 woensdag 7 november 2007, 14.00 – 18.00 uur: Tweede Kamer | Nota-overleg van de Vaste Commissie voor OCW met Minister Plasterk over de Emancipatienota, de eindrapportages van de Visitatiecommissie Emancipatie en een aantal andere stukken. Voor video-verbinding: klik hier en vervolgens bij live debatten > Groen van Prinstererzaal.
  • Juridische werkingssfeer van het VN-Vrouwenverdrag. Brief dd. 5 november 2007 van minister Plasterk (OCW) aan de Tweede Kamer, met het oog op het Nota-overleg van 7 november 2007. Hieruit onder meer: De Staat is internationaalrechtelijk verplicht is om de rechten, vermeld in het Verdrag, te realiseren voor de burger. … De vraag of de bepalingen van het VN-Vrouwenverdrag rechtstreekse werking hebben, laat zich niet in algemene zin beantwoorden. Met rechtstreekse werking wordt bedoeld dat een bepaling in rechte afdwingbaar is door een individu. Artikel 93 van de Grondwet bepaalt dat bepalingen van verdragen verbindende kracht hebben, indien zij naar hun inhoud een ieder kunnen verbinden. Naarmate bepalingen meer algemeen geformuleerd zijn en naarmate zij meer actief optreden van de Staat vereisen, zal des te minder sprake kunnen zijn van rechtstreekse werking. Zulke bepalingen laten deStaat immers ruimte voor diverse beleidskeuzes. Of sprake is van een bepaling die een ieder verbindt en die dus rechtstreekse werking heeft, wordt in laatste instantie bepaald door de rechter in een concreet geval.

oktober 2007 | Tweede Kamer | Algemeen overleg over vierde CEDAW-rapportage en derde nationale rapportage

  • woensdag 10 oktober 2007, 10.00 – 12.00 uur: Tweede Kamer | Algemeen Overleg van de Vaste Commissie voor OCW met Minister Plasterk over ‘internationaal emancipatiebeleid’. Gesproken wordt over (a) het oordeel dat het betreffende VN-Comité (het CEDAW) heeft gegeven over de naleving door Nederland van het VN-Vrouwenverdrag; (b) de derde nationale rapportage VN-Vrouwenverdrag. In dit overleg (verslag volgt) heeft de Kamer van minister Plasterk een notitie verlangd over de juridische betekenis van het VN-Vrouwenverdrag, die haar zou moeten bereiken vóór het notaoverleg op 7 november 2007 over de Emancipatienota 2008-2011.
  • Kamer moet naleving Vrouwenverdrag eisen. Persbericht dd. 8 oktober 2007 van het Netwerk VN-Vrouwenverdrag. Kabinet komt afspraken vrouwenrechten niet na. “De Nederlandse regering lijkt zelf te willen kiezen welke delen van het VN-Vrouwenverdrag ze wel, en welke ze niet naleeft” Dat zegt Saskia Bakker namens het Netwerk VN-Vrouwenverdrag. “En dit terwijl de afspraken juridisch bindend zijn. Bovendien hebben veel van de maatregelen die genomen worden te weinig of een onduidelijk effect”. Het netwerk vindt dat de Tweede Kamer bij Minister Plasterk moet aandringen op volmondige erkenning van de juridische status van het verdrag en op <effectieve< i=””>emancipatiemaatregelen.

september 2007 | Netwerk VN-Vrouwenverdrag kritisch over kabinetsreactie op de Concluding Comments van het CEDAW

juli 2007 | Minister Plasterk zendt aan de Tweede Kamer de kabinetsreactie op de Concluding Comments van het CEDAW

  • Kabinetsreactie op het verslag van het CEDAW (het comité voor het VN-Vrouwenverdrag). Brief dd. 13 juli 2007 van minister Plasterk (OCW/Emancipatie) aan de Tweede Kamer.
    Hieruit onder meer:

     

    • Het Kabinet heeft in het coalitieakkoord een Emancipatienota aangekondigd waarin de gezamenlijke ambities op het terrein van het emancipatiebeleid zullen worden beschreven. Daarin zal ook de verantwoordelijkheidsverdeling op rijksniveau worden aangegeven.
    • Het comité is daarnaast kritisch over het feit dat niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) voor subsidie afzonderlijke projectvoorstellen moeten indienen onder de nieuwe emancipatie-subsidieregeling. Het comité beveelt aan deze regeling te evalueren. Deze evaluatie vindt in 2007 plaats.
    • Het comité roept de Staat op om het hoger beroep in de zaak over de uitsluiting van vrouwen door de SGP in te trekken. De Staat heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag in deze zaak, omdat het een zeer principiële kwestie betreft, waarbij verschillende grondrechten en de relatie tussen wetgever en rechter in het geding zijn. Het kabinet is van oordeel dat om die reden een uitspraak in hoger beroep is aangewezen. De openbare zitting in hoger beroep zal in dit najaar zijn.
    • Nederland kent ten aanzien van de arbeidsmarkt geen specifiek antidiscriminatiebeleid dat enkel gericht is op zwarte, migranten-en vluchtelingenvrouwen. Aan deze groep wordt aandacht besteed in het kader van het algemene antidiscriminatiebeleid.
    • In reactie op de zorgen van het comité over het sekseneutrale beleid ten aanzien van huiselijk geweld wordt gemeld dat begin 2008 een landelijk onderzoek naar de aard en omvang van huiselijk geweld van start gaat. Het is de bedoeling dit onderzoek op later tijdstip te herhalen, zodat eventuele veranderingen in de tijd kunnen worden waargenomen.
    • In april 2006 een wettelijke bepaling in werking getreden, op grond waarvan slachtoffers van een zeden- of geweldmisdrijf, ongeacht draagkracht, gratis rechtsbijstand wordt toegekend. Als voorwaarde geldt dat slachtoffers ernstig lichamelijk of geestelijk letsel hebben opgelopen.
    • [Mensenhandel] Het is mogelijk verblijf te verkrijgen om humanitaire redenen. Het beleid kent geen algemeen recht op verblijf toe op basis van slachtofferschap als zodanig, maar biedt wel de mogelijkheid tot weging van humanitaire aspecten, waaronder slachtofferschap. Op grond van deze verblijfstitel, die naar zijn aard niet tijdelijk is, kan bescherming en hulp worden geboden.
    • Het Kabinet is de mogelijkheid van een uitkeringsregeling voor zwangerschapsverlof voor zelfstandigen en meewerkende partners aan het bezien.
    • [Naamrecht] De evaluatie uit 2002 van het sinds 1 januari 1998 geldende naamrecht laat zien dat onder de Nederlandse bevolking een duidelijke voorkeur bestaat voor een keuzestelsel waarin kinderen de naam van de vader of van de moeder krijgen.
    • Binnen de (nieuwe) monitor seksuele gezondheid is vastgelegd dat het anticonceptiegebruik om de twee jaar gemeten wordt. Aan de hand hiervan kan worden bezien of de maatregel invloed heeft gehad op het pilgebruik. Tevens worden elk jaar het aantal tienermoeders en abortussen onder vrouwen gemeten. Deze gegevens geven ook aan hoe het gesteld is met het pilgebruik. Tot nu toe zijn er geen aanwijzingen voor negatieve effecten.

maart 2007 | Minister Plasterk zendt Concluding Comments CEDAW aan Tweede Kamer en kondigt aan dat de Kamer voor het zomerreces een kabinetsstandpunt ontvangt

maart 2007 | Netwerk VN-Vrouwenverdrag presenteert Concluding Comments CEDAW in een publieksbijeenkomst

  • vrijdag 23 maart 2007: publieksbijeenkomst Netwerk VN-Vrouwenverdrag ter presentatie van de uitkomsten van het oordeel dat het toezichthoudend comité voor het VN-Vrouwenverdrag dan inmiddels heeft gegeven over de Nederlandse naleving van dat verdrag. Utrecht, De Kargadoor, 14.00 – 16.00 uur.

februari 2007 | oordeel CEDAW over Nederlandse uitvoering van het VN-Vrouwenverdrag | publiciteit en follow-up in Nederland

Nieuws:

  • VN-comité: Nederland doet te weinig tegen vrouwendiscriminatie (Netwerk VN-Vrouwenverdrag, persbericht via Humanistische Overleg Mensenrechten, 13 februari 2007). Het toezichthoudende Comité van de Verenigde Naties vindt dat Nederland het Vrouwenverdrag onvoldoende naleeft. Dit is te lezen in de aanbevelingen van het Comité die begin deze week werden gepubliceerd. De aanbevelingen zijn opgesteld naar aanleiding van de bespreking van het Comité met de Nederlandse regeringsdelegatie in New York. De delegatie stond onder leiding van demissionair minister De Geus. In haar aanbevelingen sluit het Comité aan bij de problemen die de Nederlandse vrouwenorganisaties en het Nederlands Juristen Comité (NJCM) beschreven in hun schaduwrapport “Taking Women’s Rights Seriously?”. Zij stelden dat Nederland haar voortrekkersrol op het gebied van emancipatie verloren heeft. Het Comité is buitengewoon kritisch over Nederland. De aanbevelingen zijn scherp geformuleerd, en er worden maar weinig positieve punten benoemd; ook in vergelijking met andere landen.
    Enkele punten uit de aanbevelingen van het VN-Comité:

     

    • Hoger beroep SGP intrekken. Het Comité roept de regering op om het hoger beroep in de zaak over de uitsluiting van vrouwen door de SGP in te trekken.
    • Coördinatie Emancipatiebeleid is nodig. Het Comité vindt dat het beleid van de verschillende ministeries op het gebied van emancipatie niet voldoende wordt gecoördineerd en gecontroleerd.
    • Positieve actie voor meer vrouwen in politiek en bestuur. Het Comité dringt er bij de regering op aan maatregelen te nemen zodat er meer vrouwen komen op de hoge posities in politiek en bestuur.
    • Regering moet zorgen voor zwangerschapsuitkering voor zelfstandigen. Het Comité roept de regering op om de wettelijke regeling voor een zwangerschapsuitkering van zelfstandigen, die in 2004 is ingetrokken, opnieuw in te voeren.
    • Buitenlandse prostituees moeten meer rechten krijgen. Het Comité is kritisch over de effecten van de afschaffing van het bordeelverbod op met name buitenlandse prostituees.
    • Grotere inzet nodig om discriminatie van migrantenvrouwen aan te pakken. Het Comité maakt zich zorgen over de voortdurende discriminatie van zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen in Nederland.
    • Inkomenseis bij gezinsvorming en gezinshereniging benadeelt vrouwen. Het Comité heeft ook opmerkingen over de verscherping van de inkomenseis voor gezinsvorming en gezinshereniging.
    • Evaluatie subsidiering belangenorganisaties nodig. Het Comité maakt zich zorgen over de wijzigingen in het systeem van de overheidssubsidies, waardoor maatschappelijke organisaties alleen nog projectsubsidies kunnen krijgen.
  • Concluding Comments of the Committee on the Elimination of Discrimination against Women: Netherlands (2 februari 2007). Advance unedited version (CEDAW, 2 February 2007). Het oordeel van het CEDAW over de vierde Nederlandse rapportage over de uitvoering van het VN-Vrouwenverdrag.
  • Ferdi Licher: Nederland in New York (emancipatieweb.nl, 12 februari 2007). De Nederlandse regering benoemt zelf burgemeesters. Waarom is slechts één op de vijf burgemeesters een vrouw? Het was één van de vragen van het CEDAW-comité, het Committee on the Elimination of Discrimination against Women. Op 24 januari 2007 hebben we met een regeringsdelegatie, onder leiding van minister De Geus, in New York onze voortgangsrapportage toegelicht. Nederland is één van de 177 landen die het VN-Vrouwenverdrag heeft geratificeerd. Daarmee verplichten we ons om iedere vier jaar verslag te doen van de voortgang van de emancipatie op uiteenlopende terreinen. Van prostitutie en mensenhandel tot familie- en naamrecht, van de bestrijding van stereotype rolpatronen tot gezondheidszorg en de positie van plattelandsvrouwen. Hoewel het comité benadrukt dat het om een constructieve dialoog gaat, waren we van tevoren behoorlijk gespannen. Het voelt toch als een soort landenexamen. Zouden we als delegatie in staat zijn op alle kritische vragen een goed antwoord te geven?
  • 7e dagboek van Margreet de Boer en Marjan Wijers: afsluiting en vooruitblik. CEDAW-aanbevelingen? Ja, ook een mening, aldus de Nederlandse regeringsdelegatie. Ook: Suriname en de Antillen.
  • VN ondervraagt Nederland over naleving Vrouwenverdrag (HOM.nl, 27 januari 2007). Het VN-Comité bij het Vrouwenverdrag heeft de Nederlandse regering in New York deze week kritische vragen gesteld over de mate waarin Nederland zich inspant om vrouwendiscriminatie tegen te gaan. 21 Nederlandse mensenrechten- en vrouwenorganisaties en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) zijn verheugd dat de VN hun belangrijkste kritiekpunten heeft overgenomen.

januari – februari 2007 | 37e zitting van het Committee on the Elimination of Discrimination Against Women (CEDAW). New York, 15 januari – 2 februari 2007.



CEDAW

Nederlandse regering

  • Een delegatie van de Nederlandse regering (zie ook de samenstelling) is aanwezig bij de zitting waarin het CEDAW op 24 januari 2007 de vierde Nederlandse voortgangsrapportage bespreekt. Minister de Geus houdt bij deze gelegenheid de openingsspeech van de delegatie. Hierna vindt er een constructieve dialoog plaats tussen het Comité en de Nederlandse delegatie. Het Comité zal de Nederlandse rapportage artikelgewijs bespreken. De dag zal eindigen met een besloten zitting van het Comité waarbij de zogenoemde ‘concluding remarks’ worden opgesteld. Tijdens de eindsessie op 2 februari a.s. zal het Comité haar conclusies presenteren die ingaan op de positieve ontwikkelingen in de ondervraagde landen en de zorgen en aanbevelingen.

Nederlandse NGO’s

  • Namens de Nederlandse vrouwen- en mensenrechtenorganisaties die de schaduwrapportage ‘Taking Women’s Rights seriously?’ hebben opgesteld, zijn Marjan Wijers en Margreet de Boer aanwezig bij de bespreking door het CEDAW van de Nederlandse voortgangsrapportage. Tijdens een NGO-presentatie op 20 januari zullen zij leden en medewerkers van het CEDAW een toelichting geven op de Nederlandse schaduwrapportage. Dat deden zij ook al in begin augustus 2006 tijdens de voorbereidingssessie van het CEDAW (zie de samenvatting van hun toelichting; meer informatie over de sessie staat hieronder).
    • Op deze site houden zij een dagboek bij van hun ervaringen.

december 2006 | Verzoek Netwerk VN-Vrouwenverdrag aan minister De Geus om zelf de Nederlandse delegatie te leiden

oktober 2006 | Antwoorden van de Nederlandse regering op de lijst van onderwerpen en vragen van het CEDAW met betrekking tot de bespreking van het vierde Nederlandse implementatierapport.

juli – augustus 2006 | CEDAW | Sessie 31 juli – 4 augustus 2006 ter voorbereiding van de 37e zitting (15 januari – 2 februari 2007)

Van 31 juli tot 4 augustus 2006 heeft het comité van het VN-Vrouwenverdrag in New York een voorbereidende sessie gehad ten aanzien van de landen waarvan het rapport in januari 2007 besproken wordt. Nederland is één van die landen.

Namens de Nederlandse vrouwen- en mensenrechtenorganisaties die de schaduwrapportage ‘Taking Women’s Rights seriously?’ hebben opgesteld, hebben Marjan Wijers en Margreet de Boer deze voorbereidende sessie bezocht, de schaduwrapportage ingediend, en tijdens een speciale NGO-bijeenkomst de belangrijkste punten uit de schaduwrapportage gepresenteerd en toegelicht [zie de samenvatting van hun presentatie. Deze prioriteiten waren bepaald tijdens de bijeenkomst in Nederland op 1 juni 2006. Marjan Wijers en Margreet de Boer beantwoordden ook vragen van de delegatie van het CEDAW-Comité die belast was met de voorbereiding van de bespreking van de Nederlandse rapportage. Deze vragen gingen onder meer over de opheffing van het bordeelverbod en de positie van prostituees; de positie van domestic workers en au-pairs; de afhankelijke verblijfsvergunning en huiselijk geweld; de (afschaffing van de) zwangerschapsuitkering voor zelfstandigen; en de status van het Vrouwenverdrag binnen het nationale recht (onder meer naar aanleiding van de SGP-zaak).
De lijst met vragen en issues die de voorbereidende werkgroep van het CEDAW-Comité deze zomer heeft vastgesteld zal naar verwachting eind oktober gepubliceerd worden. De Nederlandse regering moet deze vragen beantwoorden voor de behandeling van de Nederlandse rapportage, in januari 2007. Marjan Wijers en Margreet de Boer zullen dan opnieuw naar New York gaan, om namens de Nederlandse NGO’s het woord te voeren.

Uitkomst van deze zitting was een vragenlijst aan de Nederlandse regering over het vierde voortgangsrapport:

 

juni 2006 | Schaduwrapportage door Nederlandse NGO’s

Taking Women’s Rights Seriously? an examination of The Fourth Report by the Government of The Netherlands On Implementation of the UN Convention on the Elimination of all Forms of Discrimination against Women (CEDAW), 2000-2004.
This report is submitted on behalf of the following NGOs: 
Algemene Onderwijsbond (General Union of Educational Personnel) | BLinN (Bonded Labour in the Netherlands) | Commission for Filipino Migrant Workers | COS West en Midden Brabant (Centre for International Development) | E-Quality (Expertise on women’s emancipation in a multicultural society) | FemNet (Feminist Network of the Greens in the Netherlands) | FNV-vrouwensecretariaat (Women’s Department of the Netherlands Trade Union Confederation FNV) | Genderlinc Platform | Hivos (Humanist Institute for Cooperation with Developing Countries) | HOM (Humanist Committee on Human Rights) | Humanitas (prostitution social work) | La Strada International (Prevention of Trafficking in Women in Central and Eastern Europe) | IRENE (International Network Labour and Development) | Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie (National Bureau against Racial Discrimination) | NJCM (Dutch Section of the International Commission of Jurists) | NVR (Dutch Women Council) | Oxfam Novib | Stichting Gender budgeting promotion | Stichting Kezban | Stichting Proefprocessenfonds Clara Wichmann (Clara Wichmann Legal Test Case Fund) | Stichting voor Onderzoek en Voorlichting Bevolkingspolitiek (Foundation for Research and Information on Population Policy) | Stichting Tegen Vrouwenhandel (Dutch Foundation Against Trafficking in Women) | Tiye International (Platform of organisations of black, migrant and refugee women) | TransAct (Expertise on gender based violence and gender specific health) | Vereniging voor Vrouw en Recht Clara Wichmann (Association for Women and Law Clara Wichmann) | VON (Refugee Organisations Netherlands) | VVAO (Netherlands Associatoin of Higher Educated Women/International Federation of University Women) | WGNRR (Women’s Global Network for Reproductive Rights) | Wij Vrouwen Eisen (Dutch Abortion Committee We Women Demand) | Written by Margreet de Boer en Marjan Wijers on behalf of the NJCM (Dutch Section of the International Commission of Jurists, www.njcm.nl) and the ‘Netwerk VN-Vrouwenverdrag’ (Dutch CEDAW-Network), with the support of Saskia Bakker and Zahra Achouak, of the Humanist Committee on Human Rights. Cover by: Marleen Swenne, DPVS. English editing by: Niala Maharaj. Published by: Humanist Committee on Human Rights, PO Box 114 – 3500 AC Utrecht = The Netherlands – www.hom.nl The Netherlands, June 15, 2006

februari 2006 | Commentaar Commissie gelijke behandeling

januari 2005 | Vierde Nederlandse voortgangsrapportage aan het CEDAW